Van bruto- naar nettoloon
Wanneer je je loonfiche bekijkt, zie je twee belangrijke bedragen: je brutoloon en je nettoloon. Maar hoe ga je van het ene naar het andere? En waarom verschilt dit soms tussen arbeiders en bedienden?
Op je brutoloon worden verschillende bijdragen afgetrokken:
✅ Sociale zekerheidsbijdragen (RSZ)
✅ Bedrijfsvoorheffing (BV), ofwel een voorschot op je belastingen
Wat daarna overblijft, is je nettoloon, het bedrag dat uiteindelijk op je rekening verschijnt.
RSZ-bijdragen, wat gaat naar de sociale zekerheid?
Iedere werknemer betaalt een RSZ-bijdrage van 13,07% op zijn brutoloon. Maar dat is nog niet alles: er is ook een extra bijdrage, vermeld als sociale programmawet op je loonfiche. Deze extra heffing hangt af van je loon én je gezinstoestand (bijvoorbeeld of je alleenstaand bent of deel uitmaakt van een gezin met twee inkomens).
Belastingen:
De bedrijfsvoorheffing die wordt afgehouden, is een voorschot op je belastingen. Het veiligste is om je percentage niet te laten aanpassen, want wat je nu niet betaalt, zal je later moeten bijbetalen via je belastingaangifte.
Als je arbeider bent:
Je RSZ-bijdrage wordt berekend op 108% van je brutoloon. Waarom? Omdat je je vakantiegeld niet van je werkgever ontvangt, maar via de vakantiekas. Op een deel van je vakantiegeld dat je van de vakantiekas krijgt, wordt geen RSZ wordt afgetrokken, in tegenstelling tot bedienden. Dit compenseert dat verschil, zodat je uiteindelijk evenveel bijdraagt als een bediende.
Als je bediende bent:
Je vakantiegeld wordt wekelijks verrekend in je loon. Dat betekent dat je je vakantiegeld al gedurende het jaar krijgt. Wanneer je in mei een vakantieattest ontvangt, zal je merken dat er geen extra vakantiegeld meer volgt, je hebt het immers al gekregen.