Wanneer is het té koud om te werken? De wettelijke grenzen uitgelegd
De winter staat voor de deur en dan vraag je je waarschijnlijk af “Hoe koud mag het eigenlijk zijn op de werkvloer?”
Koude op het werk: wat zegt de wet?
De Belgische wetgeving legt minimale temperaturen vast waarin mag worden gewerkt en die houdt rekening met de fysieke belasting van het werk. De temperatuur wordt altijd gemeten met een gewone droge thermometer.
Daarnaast speelt de preventieadviseur of arbeidsarts een sleutelrol. Hij of zij bepaalt welke maatregelen nodig zijn om werknemers te beschermen tegen koude. Denk aan het adviseren van aangepaste kledij, het voorzien van voldoende rusttijden of het gebruik van warme ontspanningsruimtes.
Minimale temperaturen per soort werk
Afhankelijk van hoe zwaar je werk is, gelden minimumtemperaturen:
- Zeer licht werk (bv. administratief werk): min. 18°C
- Licht tot halfzwaar werk (bv. zittende handenarbeid): min. 16°C
- Zwaar werk (bv. staande handenarbeid): min. 14°C
- Zeer zwaar werk (bv. grondwerken): min. 10°C
Openluchtwerk: extra regels tussen 1 november en 1 maart
Voor bedrijven die buiten werken, gelden er striktere regels in de wintermaanden. Tussen 1 november en 1 maart moeten zij voldoende verwarmingssystemen voorzien en deze ook effectief gebruiken zodra het nodig is en vooral wanneer de temperatuur onder 5°C duikt.
In dezelfde omstandigheden moet de werkgever ook warme dranken gratis aanbieden. In sommige gevallen kunnen de verwarmingssystemen binnen worden geplaatst, op voorwaarde dat het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk akkoord gaat.